Wolves in the Throne Room vond in 2006 het genre black metal opnieuw uit met hun muziek die een ode is aan regenstormen, de geur van brandend hout en de ontembare energie die heerst binnen de Noord-Amerikaanse bossen. Met een mix van doom, dark ambient en folk wist de band het al snel tot één van de meest gewilde bands in het extreme genre te schoppen.
Muzikaal gezien zijn ze net zo donker en agressief als hun genregenoten, maar verder houden ze zich verre van blackmetal clichés. Zo gaan de teksten niet over oorlog, haat en satan, maar over aarde, natuur en transcendentie. Er zijn geen stekels, geen corpsepaint en geen kerkverbrandingen. Ook de muziek, hoewel op een stevig fundament van blackmetal, heeft veel raakvlakken met shoegaze, postrock en een sfeer die je vaker tegenkomt in neofolk en aanverwante genres. Aan de andere kant zijn ze weer heel bescheiden, vreselijk onhip en trekken ze volledig hun eigen plan, waardoor ze het toch wel conservatieve (black)metalpubliek niet van zich hebben zien vervreemden. En dat is ondanks de toegevoegde korrelige analoge electronica en slepende instrumentale overpeinzingen.
WITTR weet zich op nog een ander vlak te onderscheiden van andere blackmetalbands: live zijn ze namelijk zonder meer fantastisch. Ook als je niets met de muziek hebt, is het geweldig om te zien hoe drie kerels een onvoorstelbare bak herrie op ons los laten. Net als met bijvoorbeeld het gedreun van Swans verliezen dingen hun betekenis in de kolkende en suizende herhaling en ontstaat er een gevoel van transcendentie en tijdloosheid. Hoogdravend? Jazeker, maar de mensen die er de vorige keer bij waren weten dat er geen woord van gelogen is!